www.audcom.nl/vhz/oude-jaargangen/vhz-jaargang-47-2006.html |
|||
VHZ jaargang 47 - 2006 → Oude jaargangen Van Horen Zeggen → Van Horen Zeggen → Bureau FENAC
VHZ 2006-613e Congres van de Stichting Dyslexie Nederland Stuart Blume over de grenzen van genezen
Romain Buekers, Arianne Perdok: Profielen van kinderen met taal- en spraakstoornissen Multi Axiale Classificaties op Audiologische Centra (MAC-AC) Samenvatting: In de afgelopen jaren is er op de audiologische centra een classificatiesysteem ontwikkeld, genaamd MAC-AC. Vanaf januari 2006 is het model in gebruik. De bedoeling om via dit systeem inzicht te krijgen in de populatie kinderen met taal- en of spraakproblemen. Deze registratie moet tevens leiden tot kwaliteitsverbetering en tot nadere uniformering van de werkwijzen, maar ook tot verantwoording van de multidisciplinaire diagnostiek van kinderen met taal- en spraakproblemen. In dit artikel wordt het classificatiemodel besproken en worden de eerste ervaringen ermee aan de lezers van Van Horen Zeggen voorgelegd.
VHZ 2006-5Eurlyaid 2006: Vroegbehandeling en inclusie Judit Steenge: Problematiek allochtone kinderen niet anders, wel complexer.
Harry Knoors: De kwaliteit van het onderwijs aan dove kinderen: een half leeg of een half vol glas?
Harry Knoors was een van de sprekers op de Expertisedag Dovenonderwijs die op 17 mei 2006 georganiseerd werd door het Dovenschap en FODOK. In dit artikel, dat gebaseerd is op zijn lezing van die dag, haalt hij recente inspectierapporten en wetenschappelijke publicaties aan die, in elk geval op een aantal punten, vraagtekens plaatsen bij de kwaliteit en effectiviteit van het dovenonderwijs zoals dat momenteel georganiseerd is. Hij constateert lacunes op het gebied van relevant wetenschappelijk onderzoek en op het gebied van de toepassing van onderzoeksresultaten in didactiek en methodieken. Om de kwaliteit van het onderwijs aan dove - al dan niet geïmplanteerde - kinderen te verbeteren, acht hij het onontbeerlijk dat de onderwijspraktijk beter wordt onderbouwd en dat scholen voor dove kinderen intensief gaan samenwerken bij zowel de analyse van de huidige situatie en ontwikkelingen als bij het ontwerpen en implementeren van nieuwe onderwijsconcepten. VHZ 2006-4Heeft CI toekomst in de dovencultuur? Jan Middel en Erik van Lingen over inclusief onderwijs in de VS
In dit artikel wordt verslag gedaan van een onderdeel van het promotieonderzoek van Liesbeth van Beijsterveldt bij de vakgroep Orthopedagogiek: Leren en Ontwikkeling van de Radboud Universiteit Nijmegen naar de ontwikkeling van geschreven taalproductie van dove kinderen. Uit het onderzoek komt naar voren dat dove kinderen niet verschillen van hun horende leeftijdsgenoten wat betreft de lengte van hun verhaal. Dove kinderen gebruiken evenveel evaluatieve uitdrukkingen als hun horende leeftijdgenoten met een typische taalontwikkeling. Maar dove kinderen gebruiken meer evaluatieve uitdrukkingen dan hun horende leeftijdgenoten met een atypische taalontwikkeling. In gebarentaal worden evaluatieve aspecten zowel paralinguïstisch als lexicaal uitgedrukt. Dove kinderen die vaardig zijn in gebarentaal zouden voordeel kunnen hebben van hun kennis van gebarentaal en daardoor beter in staat zijn om met evaluatieve aspecten hun verhaal te verrijken. Audrey Franssen en Marjan Hoefnagel: Van de bovenste plank: een makkelijk lezen bibliotheek op school Uit een enquête onder de gebruikers van de Makkelijk Lezen Bieb van de AG Bell Scholengemeenschap komt naar voren dat de praktijkleerlingen nu met plezier een boek gaan uitzoeken. De lezers zijn tevreden over de manier waarop de boeken in de Makkelijk Lezen Bieb gepresenteerd worden en kunnen er al lezend 'lekker chillen'. In het artikel van Franssen en Hoefnagel wordt het traject beschreven dat de AG Bell school heeft gelopen om deze voorziening te realiseren.
VHZ 2006-3Siméa Congres over Samen werken of samenwerken Jet Isarin: "Het belangrijkst is dat jongeren écht het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluisterd"
Samenvatting: Ontwikkelingen als de invoering van neonatale gehoorscreening en cochleaire implantatie hebben zich in Vlaanderen een aantal jaren eerder voorgedaan dan in Nederland. Zo was Vlaanderen in 1998 één van de eerste regio's ter wereld die startte met een objectieve gehoorscreening van alle pasgeborenen, terwijl de invoering van deze screening in Nederland pas eind 2005 werd afgerond. Neonatale gehoorscreening, gekoppeld aan vroegtijdige diagnostiek en behandeling met daarnaast het grote aantal cochleaire implantaties, heeft er in Vlaanderen voor gezorgd dat in korte tijd de populatie dove kinderen sterk veranderd is. Leo de Raeve belicht deze veranderingen, die zich naar alle waarschijnlijkheid ook in ons land zullen gaan voordoen.
Themakatern
Rob Boerman: Ketensamenwerking bevordert kwaliteit
Om te kunnen blijven voldoen aan de vraag naar zorg en onderwijs van goede kwaliteit gaan instellingen steeds vaker samenwerkingsverbanden aan. Een belangrijke vorm daarvan is de zogenaamde zorgketen: een samenwerking tussen verschillende aanbieders waarbinnen een totaalpakket van op elkaar afgestemde voorzieningen wordt geboden met als doel het bereiken van een optimale continuïteit van het zorgproces. In opdracht van de drie brancheorganisaties in onze sector Siméa, FENAC en SIAC is in 2005 een rapport opgesteld over deze ketensamenwerking: 'Willens in Ketens'. Dit artikel is gebaseerd op het rapport.
Zorg, onderwijs en de belangen van de cliënt
Paulien de Jager: Audiologie op scholen
VHZ 2006-2Alle Taal Centraal 2006 vertaalt theorie naar praktijk Heleen van Agt en Heleen van der Stege: Vroegtijdige onderkenning van taalontwikkelingsstoornissen
Samenvatting: De groep kinderen met matige gehoorverliezen is groter dan de groep kinderen met ernstige gehoorverliezen. Nu deze matige verliezen al zeer vroeg worden vastgesteld doet zich de vraag gelden wat er vervolgens aan zorg kan worden geboden. Van Horen Zeggen geeft de Nederlandse Stichting voor het Dove en Slechthorende Kind het woord. Zij vertellen welk aanbod er door hen is ontwikkeld en inmiddels wordt geïmplementeerd.
Samenvatting: De effecten van taaltherapie zijn niet voor alle kinderen even groot. Voor ongeveer 30%-40% van de kinderen is verbetering te verwachten. Dit betekent dat ook veel kinderen blijvende taalproblemen hebben. Positieve effecten van taaltherapie worden hoofdzakelijk bereikt voor het zesde jaar. Voor het cluster 2 onderwijs heeft dit consequenties. Voor peuters en kleuters zal de nadruk moeten liggen op het remediëren van de taalproblemen, voor midden- en bovenbouwleerlingen op de omgangsredzaamheid.
VHZ 2006-1Weerklank Amsterdam: 25 jaar werken aan communicatie met dove verstandelijk beperkte pupillen Marjolein van Weerdenburg: Een eerste classificatie voor ESM kinderen
Arie Terpstra en Trude Schermer: Wat is NmG en waarom gebruik je het Samenvatting: In dit artikel wordt kort ingegaan op de twee talen die gebruikt worden in Nederlands met Gebaren. Duidelijk is dat er normen zijn voor Nederlands en voor NGT. Nederlands en de Nederlandse Gebaren Taal hebben elk hun eigen grammatica, maar van NmG bestaat geen grammatica. Dat betekent dat mensen die NmG gebruiken altijd een probleem hebben: doe ik het wel goed? In dit artikel wordt duidelijk gemaakt waar je op moet en kunt letten om het zo goed mogelijk te doen en welke factoren daar belangrijk bij zijn.
|
|||
Copyright 2008-2024 Bureau AudCom |